Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2004)

 

Artikel XXA
1
Voor het kalenderjaar 2004 blijven voor de willekeurige afschrijving op films en filminvesteringsaftrek de artikelen 3.33, eerste tot en met vierde lid, 3.36, 3.37, 3.40, 3.42b, eerste tot en met het zevende lid, 3.44, 3.47a, 3.52 en 10.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de artikelen 8 en 18 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, alsmede de daarop berustende bepalingen, zoals die artikelen en bepalingen luidden op 31 december 2003, van toepassing met betrekking tot voortbrengingskosten gemaakt voor 1 januari 2005.
2
Het eerste lid is slechts van toepassing indien een verzoek om een verklaring als bedoeld in artikel 3.37, eerste lid, respectievelijk 3.42b, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor 1 januari 2005 is ingediend.
3
Een verzoek om een verklaring als bedoeld in artikel 3.42b, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 kan nog na 31 december 2003 doch voor 1 januari 2005 worden ingediend zolang het totale bedrag aan afgegeven verklaringen die hebben geleid tot een vaststellingsovereenkomst, als bedoeld in de Regeling aanwijzing filminvesteringen 2002, ten laste van het hiervoor in de rijksbegroting 2003 opgenomen bedrag, kleiner is dan het laatstgenoemde bedrag.
4
Indien een verzoek om een verklaring als bedoeld in artikel 3.42b, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is ingediend na 31 december 2003 doch voor 1 januari 2005, kan- in afwijking in zoverre van dat artikel - Onze Minister van Economische Zaken de verklaring afgeven indien deze nog past binnen het hiervoor in de rijksbegroting 2003 opgenomen bedrag.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •